Daar is niets van uitgezonderd. Je bent dus ook een ik, maar dan wel het ik in de ruimste zin van het woord. Het is zoo ruim dat er niemand is. We worden echter opgevoed met het idee van een ik, en dan een hanteerbaar ik. Een ikje als een kapstok, want werkelijk alles wordt aan dat ikje opgehangen…
Dat geeft de overtuiging van een hanteerbaar bestaan. Een valse veiligheid! Het is vals, want niet echt. We handelen (doen), denken en zijn vanuit dat kapstok ikje… Wat we werkelijk zijn is echter zo groot, dat er geen enkele sprake is of kan zijn van hanteerbaarheid of veiligheid. Dit is niet te sturen…
Dat maakt het bestaan onverwachts en spannend en groots, zonder iets te hoeven uitsluiten, want ook dat zogenaamde kapstok-ikje hoort er gewoon bij. Het is wel handig dat dat gezien wordt, zodat er geen hechting plaatsvindt aan zo’n ikje.
Dat er niemand is geeft misschien het gevoel van verdwalen, maar de ware bodem van het bestaan is het Leven zelf.
*Carla van Hooff*