Er gebeurt doorlopend van alles. Er is geluid of het horen van geluid. Er is ademhalen, er is brood bakken of lopen, er is zitten of staan enz. enz. Dat is zijn, dat is levendigheid die gebeurt en in die levendigheid komt het idee op dat er iemand is, een persoon. En die persoon zegt dat dat allemaal voor haar gebeurt, hij claimt alles.
En dat is helemaal perfect. Het past allemaal in zijn, in die levendigheid. Het is het ene dat speelt dat het twee is. Maar daaronder is er een gevoel van gemis. Niet iedereen heeft daar last van, maar er is een soort gat, een gevoel van niet heel zijn. En om dat gevoel te verhullen hebben mensen allerlei bezigheden. Het lijkt dat gat op te vullen. We willen iets worden want dat hebben we geleerd. Iets doen om iets te worden. Zo zoeken we ook verlichting.
Het gaat in ieder geval altijd over mij, ik moet iets worden. Vanaf het moment van afgescheiden zijn is er een zoeker gecreëerd, degene die droomt. Ik ben een persoon die verlicht wil worden.
Maar ontwaken is zien dat er geen persoon is… Nooit geweest ook!
*Carla van Hooff*