Als je ten diepste weet dat er hier nooit een waarheid is die blijvend is, dan weet je ook dat je nooit iets hoeft te geloven. Dat je nooit iets kùnt geloven, wat het ook is, omdat dat het volgende moment alweer vervlogen is. Als je iets wèl gelooft dan is dat dus altijd een fata morgana. Ook dat wat je denkt te zijn is een fata morgana en dus voorbijgaand.
Je mag van alles genieten, dat wel en doe dat zoveel mogelijk, juist doordat alles zo vluchtig is, is het zo waardevol. En als het niet waardevol is, is het ook zo voorbij. Je hoeft en kunt niets vasthouden, maar dat proberen we allemaal wel, we willen ons niets uit handen laten slaan. We verkeren daardoor regelmatig in een kramp. We leven het omgekeerde van wat leven is.
Leven is een voortdurende flow en daar verzetten we ons tegen met alle kracht die in ons is. Op het groteske af. En het kost allemaal bakken met energie. Hoe zou het leven eruit zien als we meegeven met de flow. Als we alles laten gaan, waardoor we open kunnen zijn voor het nieuwe dat komt. Open zijn voor elke nieuwe ervaring, voor elke nieuwe ontmoeting. Open zijn met en naar elkaar.
Dan kunnen we veel meer delen, elkaar verlichten door mee te dragen en begrip te hebben voor elkaars pijn. Je niet afwenden voor de pijn van een ander, maar dat mede aankijken. Hoe fijn als mensen gewoon vragen hoe het met je gaat. Als mensen kunnen luisteren en daardoor meevoelen met elkaar. We weten allemaal wat pijn is, en iedereen gaat door zijn of haar eigen pijn heen, maar pijn is de gemeenschappelijke deler en die kunnen we meedragen.
Door meer te delen in openheid komen we vanuit de veelheid weer tot éénheid en in die éénheid vinden we die ene waarheid die we zijn.
Zo openen we ons voor de hemel die weer zichtbaar wordt en toegankelijk. Daar vinden we de enige waarheid die blijvend is.
*Carla van Hooff*