Je gaat spartelen als je in de tegenstroom zit en je denkt heel lang dat je het wel gaat redden, als je maar hard genoeg spartelt. Je wordt er doodmoe van en je ziet niet dat je alleen maar aan het survivelen bent. Dat komt omdat het erop lijkt dat je gaat winnen. Je bent aan het vechten. De tegenwerking die jij biedt levert namelijk een evenredige hoeveelheid tegenstroom op en het enige dat dat oplevert is dat je hoofd boven water blijft.
Op het moment dat je het spartelen opgeeft, lijkt het even dat je kopje onder gaat, maar dan pakt die zogenaamde tegenstroom je op en ga je moeiteloos mee naar nieuwe oevers. Je bent overwonnen, maar je hebt daarin juist je tegenstand overwonnen. Nu pas gaan je ogen open, nu pas zie je hoe bang je was, hoe de angst je weerstand was en dat juist je meewerken je iets oplevert. Meer ruimte en vrijheid dan je ooit voor mogelijk hield. Je kunt weer vrij ademhalen, je hoeft niets overeind te houden.
Een nieuwe toekomst openbaart zich aan de horizon…
*Carla van Hooff*