Fysieke aanraking kan tot leven wekken wat verstild is geraakt, wat niet (meer) meedoet of niet meer mee kàn doen. Aanraking kan zoveel bewerkstelligen, het beweegt met subtiliteit en opent grote poorten. Daar waar we als kind nog vrij in en uit konden bewegen, maar wat bij het opgroeien verloren is geraakt, kan door aanraking terug gevonden worden. Zelfs de toegang tot de hemel kan (weer) ontsloten worden.
De ontsluiting van de hemel opent tegelijkertijd het hart. De verbinding van het fysieke met het spirituele hart vindt plaats bij aanraking. Het stoffelijke geeft op die manier toegang tot het etherische, zeker als het met aandacht gebeurt. We hebben elkaar op die manier veel meer te geven dan we denken. We stijgen dan boven het fysieke/aardse uit en komen op een heel subtiel gebied.
Op die subtiele laag is er toegang tot onze heelheid en vanuit die heelheid wordt aanraking van het Grote voelbaar via het kleine.
*Carla van Hooff*