Omdat je alle donkere plekken verschillende namen geeft en ze ook allemaal op een andere manier pijn doen, lijkt het alsof het steeds over iets anders gaat. Je hebt ze ook allemaal afgescheiden van jezelf, dat op zich is al heel pijnlijk. Je hebt de gewoonte om alle pijnplekken weg te duwen en jezelf af te leiden met iets leuks.
Maar als je goed kijkt zie je dat die verschillende verhalen altijd over hetzelfde gaan. Het gaat over pijn, over iets dat je niet wilt, over waar je van weg wil. En als je er vanaf wil kan dat eigenlijk maar op één manier, namelijk er in gaan. Er in gaan en erbij blijven, dat vermindert de pijn en/of doet haar verdwijnen. Al het andere maakt haar groter.
Als je dat consequent doet verdwijnt elke pijn steeds sneller. Je haalt de pijn dan juist dichterbij zodat zij snel kan verdwijnen. Je gaat zien dat pijn pijn is en je er geen verhaal van hoeft te maken. Ook je verhaal vergroot namelijk de pijn, misschien krijg je er even aandacht voor, maar als je verhaal niet meer boeiend is, komt er niemand meer luisteren. En jij blijft achter met dezelfde pijn. Je verhaal heeft het niet veranderd!
Je kunt gaan zien dat alle donkere plekjes in jou eigenlijk één grote schaduw veroorzaken en als je daar met een grote bouwlamp op schijnt, kan het zelfs in één keer verdwijnen. Belangrijkste is dat jìj er steeds bij bent in plaats van je publiek. Dan pas kan er iets veranderen in joù. Daardoor wordt jij steeds meer zichtbaar. Degene die alles liefheeft, zowel het lichte als de schaduw.
Carla van Hooff