Hoe je dat doet? Ik heb geen idee, het gaat namelijk vanzelf. Jij hoeft er niets voor te doen. Het klopt altijd doordat je magnetisch bent voor alles wat je nodig hebt. Je zit precies in de bubbel die alles ter beschikking heeft voor jou. Wauw! En er zijn evenveel bubbels als er mensen zijn. De luchtbel van je bestaan hier op aarde. Het gaat vanzelf en toch ben je binnenin zo’n bel heel hard bezig en je leert dingen goed te keuren of af te keuren. Het ene vind je goed en het andere vind je slecht en al naar gelang ga je de ‘slechte’ dingen goed maken en de ‘goede’ dingen verbeteren.
Dat is waar je het meest mee bezig bent en dat mag wel maar dat hoeft niet. Eigenlijk zorgt dat indelen in ‘goed’ en ‘slecht’ ervoor dat je afgeleid raakt van de heelheid die je bent. Als je namelijk geen indeling maakt kun je sneller zien dat je al heel bent met alles erop en eraan. Maar de grap is natuurlijk dat juist die indeling ervoor zorgt dat je onderscheid kunt maken. Als de hele wereld één kleur zou hebben, dan is er geen onderscheid mogelijk. Zo kun je vanuit elk hoekje en gaatje groeien naar heelheid.
Daar waar het donker de overhand heeft, voelt het zwaar, want zodra de stroom tot stilstand komt ontstaat er gewicht. Er is iets waar gemaakt. Is dat erg? Nee dat is niet erg, want waar het zwaar voelt, waar iets massief voelt, kan er licht gebracht worden naar die plek in jou. Voel het, zie het, blijf erbij en de zwaarte verdwijnt en alles stroomt weer. ‘Jij’ valt (weer) samen met het licht. Je verlangen is op te lossen in het licht. Telkens weer. Dat is de dans van het leven. Elke stagnatie vraagt om opgenomen te worden in de dans naar het licht. In die stagnatie schuilt de schijnbare jij totdat die jij weer meedanst met in ‘de uitnodiging die leven heet.’
Dans je mee?
Carla van Hooff