Ik word nog altijd blij als ik deze uitspraak hoor of lees. Toen ik het voor het eerst hoorde begreep ik er niet zoveel van, maar toen tot me door begon te dringen wat dit werkelijk betekent resoneerde het met een grote innerlijke vreugde. Mijn innerlijke vreugde valt samen met ongekende vrijheid. Een vrijheid die er altijd al is en altijd zal zijn, een vrijheid die altijd de grond is, je leidmotief, voor je denken en je handelen.
Je wilt daar geen concessies aan doen, je wilt die vrijheid het liefst terug zien in je omgeving. Je zult daar altijd voor gaan en je neemt daarin ook op de eerste plaats je eigen verantwoordelijkheid. Je laat je niet beperken omdat je ook in de wereld wil samenvallen met de vrijheid die er altijd al is voor de geest. Je wordt het meest blij waar je vrijheid voor jezelf verovert, omdat je bewust bent (geworden) van onvrijheid waar je onder gebukt gaat.
Vrijheid is een bewustzijnsproces dat in gang kan worden gezet door onvrijheid. Waar je geen onvrijheid ervaart ervaar je net zolang vrijheid totdat je tegen grenzen aanloopt. Die grenzen ga je dan proberen te verruimen of oprekken of je vertrekt uit die beperking als dat mogelijk is.
Je beweegt vanzelf naar ultieme vrijheid omdat dat voor jou magnetisch is. Je kàn niet anders. Je wilt elke beperking achter je laten. De beperkingen ervaar je ìn deze wereld en tegelijkertijd ben je al vrij, maar die ultieme vrijheid is niet van deze wereld.
Dat is de paradox waarin je leeft. Gaandeweg ontdek je je ware wezen: Onvrij als mens met je lichaam voelen en denken en tegelijkertijd totaal Vrij en Ongebonden.
Carla van Hooff